Vanaf 1 januari 2018 - Nieuwe opzegtermijnen bouwsector (PC 124)
Het Eenheidsstatuut zorgde voor dezelfde opzegtermijnen voor arbeiders en bedienden. Voor een aantal sectoren werden evenwel tijdelijke of definitieve uitzonderingsregimes ingevoerd. Het Grondwettelijk Hof beschouwde de definitieve uitzonderingstermijnen voor de bouwsector echter als discriminerend. Vanaf 1 januari 2018 moet deze discriminatie weggewerkt zijn.
Berekening opzegtermijn
Voor arbeiders die in dienst zijn gekomen vanaf 1 januari 2014 wordt de opzegtermijn vanaf 1 januari 2018 volledig berekend op basis van de nieuwe opzegtermijnen. Voor hen maken de opzegtermijnen op die datum een grote sprong. Er is geen geleidelijke opbouw naar langere opzegtermijnen.
Voor arbeiders die in dienst kwamen vóór 1 januari 2014 is de opzegtermijn samengesteld uit 2 delen:
-Deel 1: opzeg op basis van anciënniteit vóór 1 januari 2014 met oude opzegtermijn
-Deel 2: opzeg op basis van anciënniteit vanaf 1 januari 2014 met nieuwe opzegtermijn.
Deel 1 van de opzegtermijn: berekenen conform de regels die van kracht waren tot 31 december 2013.
Voor de bouwvakarbeiders hangt de duur van de opzegtermijn af van de anciënniteit van de arbeider en van de datum waarop zijn overeenkomst in het bedrijf is begonnen.
Anciënniteit |
Arbeider in dienst genomen vóór 1/1/2012 (KB 13 januari 1982) |
Arbeider in dienst genomen vanaf 1/1/2012 (KB 10 december 2012) |
Van 0 tot minder dan 6 maanden |
p.m. (*) |
4 werkdagen |
Van 6 maanden tot minder dan 3 jaar |
14 dagen |
16 dagen |
Van 3 jaar tot minder dan 5 jaar |
28 dagen |
|
Van 5 jaar tot minder dan 10 jaar |
28 dagen |
32 dagen |
Van 10 jaar tot minder dan 15 jaar |
28 dagen |
32 dagen |
Van 15 jaar tot minder dan 20 jaar |
28 dagen |
32 dagen |
Meer dan 20 jaar |
56 dagen |
64 dagen |
Deel 2 van de opzegtermijn: Om deel 2 van de opzegtermijn te berekenen, zullen de nieuwe opzegtermijnen moeten worden toegepast die zijn bepaald in het algemene stelsel (artikel 37/2, §§ 1 en 2 van de AOW).
Nieuwe opzegtermijnen |
||
Anciënniteit |
Opzegtermijn door werkgever |
Opzegtermijn door werknemer |
< 3 maanden |
2 weken |
1 week |
3 – 6 maanden |
4 weken |
2 weken |
6 – 9 maanden |
6 weken |
3 weken |
9 - 12 maanden |
7 weken |
3 weken |
12 – 15 maanden |
8 weken |
4 weken |
15 – 18 maanden |
9 weken |
4 weken |
18 – 21 maanden |
10 weken |
5 weken |
21- 24 maanden |
11 weken |
5 weken |
2 – 3 jaar |
12 weken |
6 weken |
3 – 4 jaar |
13 weken |
6 weken |
4 – 5 jaar |
15 weken |
7 weken |
5 – 6 jaar |
18 weken |
9 weken |
6 – 7 jaar |
21 weken |
10 weken |
7 – 8 jaar |
24 weken |
12 weken |
8 – 9 jaar |
27 weken |
13 weken |
9 – 10 jaar |
30 weken |
13 weken |
10 – 11 jaar |
33 weken |
13 weken |
11 – 12 jaar |
36 weken |
13 weken |
12 – 13 jaar |
39 weken |
13 weken |
13 – 14 jaar |
42 weken |
13 weken |
14 – 15 jaar |
45 weken |
13 weken |
15 - 16 jaar |
48 weken |
13 weken |
16 - 17 jaar |
51 weken |
13 weken |
17 - 18 jaar |
54 weken |
13 weken |
18 - 19 jaar |
57 weken |
13 weken |
19 - 20 jaar |
60 weken |
13 weken |
20 - 21 jaar |
62 weken |
13 weken |
Vanaf 21 jaar |
+ 1 week per begonnen jaar |
13 weken |
Ontslagmotivering
De afschaffing van de uitzonderingstermijnen heeft ook nog een ander gevolg. Vanaf 1 januari 2018 is de ontslagmotivering ook van toepassing in de bouwsector in plaats van de regeling rond het willekeurig ontslag, die nu volledig ophoudt te bestaan.
De grote verschillen zijn:
-De vergoeding voor kennelijk onredelijk ontslag is lager dan de vergoeding bij willekeurig ontslag. De vergoeding bedraagt namelijk 3 tot 17 weken loon. Bij willekeurig ontslag is een forfaitaire vergoeding van 6 maanden loon voorzien.
-De bewijslast is anders geregeld. Waar de werkgever bij willekeurig ontslag moet bewijzen dat het ontslag niet willekeurig is (moeilijk te leveren bewijs), is er bij kennelijk onredelijk ontslag een meer evenwichtige verdeling voorzien in de bewijslast.
Terug naar overzichtHandel Diensten & Industrie vzw
Erkend sociaal secretariaat voor werkgevers 980 bij MB 22-05-2002 BS 05-06-2002—ondernemingsnummer 0473.487.880.
Maatschappelijke zetel: Arbeidstraat 122 te 9300 AALST— Tel: 053/70.70.27— Fax: 053/70.71.07.
Bijkantoor: Kortrijksesteenweg 1006 te 9000 GENT— Tel: 09/244.00.10.— Fax: 09/244.00.11.
Bijkantoor: Ledeganckkaai 15 bus 002 te 2000 ANTWERPEN— Tel: 03/237.11.20.— Fax: 03/216.80.98.
De verstrekte informatie wordt u op vrijwillige basis verleend. We proberen steeds de juridische actualiteit met de grootste aandacht en zorgvuldigheid te behandelen. Gelet op onze middelenverbintenis als sociaal secretariaat, wijzen we elke aansprakelijkheid af voor schade van welke vorm dan ook die voortvloeit uit het gebruik van de aangeboden informatie. De aangeboden informatie is uitsluitend bestemd voor informatievergaring.